Juni 1986
Ta – ta – ta – ta – De Poetskoets is da!
Gevleugelde woorden van routecommissaris J.J. Stienstra.
Zo klonk het 25 jaar geleden langs Groninger velden en wegen.
Op zaterdag 31 mei 1986 ratelde de Postkoets van stalhouder Kuipers uit “Stad” in één dag van de Grote markt in Groningen naar Markkamp in Aschendorf (Duitsland) 82 km lang, vertrek 7.15 uur, aankomst 17.30 uur.
Organisator W. Hagenbeek
Een verslag van de voorbereiding en de gebeurtenissen op 31 mei 1986 werden weergegeven in het toenmalige Streekbad Huis aan Huis van donderdag 5 juni 1986.
Postkoets Groningen-Winschoten-Aschendorf reed weer
Organisator W. Hagenbeek wil Groningen promoten met historische Postkoetsrit
Al 23 jaar woont de Winschoter W. Hagenbeek (52) in de Liefkensstraat 82 in Winschoten. En sinds 6 jaar weet hij dat zijn huis eigenlijk een heel bijzonder huis is. Bij zijn onderzoekingen naar namen van vorige bewoners van de Liefkensstraat 82 bleek dat het huis het laatst bewoond werd door ene stalhouder Muntinga. De heer Hagenbeek bleek te wonen in de voormalige paardenstallen van de Postkoets, die vroeger vanaf de stad Groningen via Winschoten naar het Duitse Aschendorf reed”.
“Het adres Liefkensstraat 82 was vroeger een boerderij,”zegt de heer Hagenbeek, in het dagelijks leven commercieel adviseur. “Het was een boerderij met een woonhuis. In 1882 is er een deel van afgebroken. Het deel van de stallen en het deel waar de Postkoets vroeger gestald werd is blijven staan. En dat gedeelte bewonen wij nu”.
Afgelopen zaterdag werd de rit per Postkoets weer gemaakt zoals dat vroeger ging. Voor de heer Hagenbeek was dat een zeer bijzondere gebeurtenis. Hij is de organisator van deze rit.
Het heeft alles bij elkaar zo’n zes jaar geduurd voordat de rit gemaakt kon worden. Jaren van onderzoek naar de historie en dan de organisatie van de historische rit. Veel mensen, en organisaties moesten worden aangeschreven. Er waren dagen bij dat Hagenbeek 17 uur per dag aan zijn Postkoetsrit werkte. Alles moest perfect voorbereid worden.
Respect
Hagenbeek is nog steeds onder de indruk van het succes van de rit. “Ik heb een dag gehad, ongelooflijk. Zoiets zal ik van m’n leven niet meer vergeten. Gelukkig is de hele gebeurtenis op de video opgenomen, zodat ik het nog eens kan meemaken.”
Wat maakt hem nu zo enthousiast over die historische postkoetsrit. De heer Hagenbeek: “Ik heb veel respect voor die familie Muntinga, die hier in 1839 al zo’n route reden. Die mensen hebben veel goeds gedaan. Want vlak dat niet uit. Er waren in die tijd niet zulke mooie gladde wegen zoals nu.
Het was een hobbelige rit, over soms slechte wegen. En vooral bij slecht weer was het natuurlijk geen pretje.
Zaterdag werd de rit in alle rust gereden. Maar vroeger ging dat in een behoorlijk tempo. De rit Winschoten-Aschendorf moest in drie uur gereden worden omdat onderweg de treinpassagiers moesten worden opgevangen.
Aan de Postkoetsrit van vroeger kun je zien dat de stad Winschoten wel van enig belang was. Winschoten was een belangrijke schakel in het internationale zakenverkeer. Het was een knooppunt van vervoer van mensen en goederen. De mensen die meegingen waren dan ook meest kooplui. En ook wel gewone reizigers die geld hadden.”
Onderweg, langs de route waar de Postkoets langs zou komen, zag het soms zwart van de mensen. Dat heeft Hagenbeek goed gedaan. Het evenement werd nog compleet gemaakt door een aantal optredens van de Grunneger Daansers.
Als het aan de heer Hagenbeek ligt blijft het niet bij deze ene rit. Het liefst zou hij de provincie Groningen willen promoten met deze historische Postkoetsrit. Er zijn plannen om in samenwerking met de provinciale VVV de route uit te breiden zodat onderweg allerlei attracties worden aangedaan.
Routekaarten
De kleurrijke tocht van zaterdag heeft 11.000 gulden gekost. Dat is betaald door de provincie en de gemeenten waar de Postkoets door kwam. De betreffende gemeenten hebben een lesbrief voor het lager onderwijs gekregen over de historische Postkoetsrit.
Ook zijn er routekaarten verkrijgbaar op de volgende adressen: De Provinciale VVV Groningen, Hotel Faber in Hoogezand en Hotel der Nederlanden in Winschoten. De routekaart kost 1 gulden.
De heer Hagenbeek is bij de organisatie en de voorbereidingen geholpen door de heer J. J. Stienstra, voorzitter van de vereniging “Tot in standhouding van het Oude Gerij.” Een vriendenkring die graag het Rijtuigmuseum in Leek in stand wil houden.
Naast de routekaart werd door de Eems Dollard Regio en de PTT een kaart uitgegeven met 4 postzegels, 2 Nederlandse en 2 Duitse. Oplage 5000 stuks, genummerd.
Donderdag 5 juni 1986
VIER JAAR VERTRAGING DOOR SCHOONMAAK BIJ ST. LUCAS
Meidoornlaan pas in ’91 gesaneerd
De bodem bij de Meidoornlaan in Winschoten wordt op zijn vroegst in ’91 gesaneerd. Dat staat in het concept-bodemsaneringsprogramma van de provincie. Tot nu toe stond de Meidoornlaan op het programma voor 1987. Het betreft nu nog slechts een concept, maar volgens provincie-ambtenaar B. Boender komt het definitieve saneringsprogramma er voor Oost-Groningen niet anders uit te zien.
Volgens het concept-programma vindt er dit jaar nog ‘wel een saneringsonderzoek plaats aan de Meidoornlaan. Zoals gemeld is het de bedoeling hierbij de vervuiling van het Tranendal en die van Napels West, beide gelegen in de gemeente Scheemda, in één 0nderzoek mee te nemen. De vervuiling is in alle drie gevallen van dezelfde aard.
Het uitstel van het project Meidoornlaan is volgens wethouder Roelof Lukkien een gevolg van het naar voren halen van de sanering van het voormalige gasfabriekterrein bij het St. Lucasziekenhuis.
Vanwege de voorgenomen uitbreiding van het ziekenhuis is dit project hoger op de prioriteitenlijst gekomen en staat het nu voor ’88 op het programma. De sanering van het terreingasfabriek gaat de provincie zeker een miljoen gulden kosten. Daardoor is er, geen financiële ruimte meer voor -onder andere- de Meidoornlaan. Eigenlijk was het de bedoeling dit jaar al een nader- en een saneringsonderzoek uit te voeren bij het St. Lucas. Ook dit is echter een jaar uitgesteld.
De vervuiling van de Meidoornlaan kwam zo’n twee jaar geleden aan het licht. Een aantal bedrijven, met als belangrijkste de Gembo, stortten van ’55 tot ’73 hun afval in een voormalige zandafgraving. Een onderzoek door het adviseringsbureau van de Unie van waterschappen wees indertijd uit dat de vervuiling niet direct, maar op wat langere termijn wel degelijk gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid. Er werden onder andere aromaten en fenolenen in de bodem aangetroffen in concentraties van honderd tot duizend maal de toegestane waarde. Daarnaast bestaat de vervuiling uit arseen en koolwaterstoffen.
Dinsdag 10 juni 1986
„ALS GEMEENTE SNEL IS 10 EXTRA BANEN”
Timmerfabriek wil uitbreiden
De timmerfabriek Jongbloed in Winschoten is uit het huidige onderkomen aan de J.A. Koningstraat gegroeid. Jongbloed wil dan ook zo snel mogelijk uitbreiden. Volgens zijn zeggen blijft de fabrikant het liefst in Winschoten. Voorwaarde van Jongbloed is dan echter wel dat de nieuw te bouwen loods vlakbij de huidige fabriek kan komen te staan. „Anders wijk ik uit naar het midden van het land, Overijssel bijvoorbeeld”, aldus directeur K. Jongbloed.
Het terrein, waar de uitbreiding zou moeten plaatsvinden, is eigendom van de gemeente. Die is in principe bereid de benodigde grond te verkopen. Desondanks duren de onderhandelingen nu al anderhalf jaar voort. Dit komt volgens ambtenaar Jan Samberg doordat de gemeente in één keer het hele terrein wil verdelen tussen de verschillende industrieën en de bewoners aan de Blijhamsterweg. „En dat duurt even, omdat we bij die verkaveling iedereen tevreden willen stellen”, aldus Samberg.
Jongbloed zegt echter niet veel langer meer te kunnen wachten. Hij wil dit jaar nog bouwen. Of Winschoten er in de loop van een aantal jaren tien arbeidsplaatsen bij krijgt (want dat zou de uitbreiding op den duur opleveren) is nu dan ook afhankelijk van de snelheid van handelen van de gemeente. „Ik kan me ook niet voorstellen dat het echt niet sneller kan”, zegt Jongbloed.
Maandag 23 juni 1986
Briefkaarten-uitgever op zoek naar opvolger
„Het mooie van dit vak is dat ik van mijn hobby mijn werk gemaakt heb, misschien wel op „zijn boerenfluitjes”, maar dat maakt het voor mij juist zo aantrekkelijk”.
Aan het woord is Hennie Wal, geboren in 1915 en afkomstig uit het dorp onder de rook van Winschoten, Heiligerlee. Hij is verzamelaar en uitgever van briefkaarten. Om preciezer te zijn briefkaarten van landschappen, stadsgezichten en Nederlands Hervormde kerken.
Van huis uit grossier werd hij een van de grootste uitgevers van briefkaarten van Nederland, sinds 1941. Op dit moment schat de heer Wal dat hij de oudtste uitgever van Nederland is op
zijn gebied.
Vanwaar de belangstelling voor het uitgeven van briefkaarten?
„Je moet het zien als een soort gat in de markt dat ik ontdekte tijdens de oorlog. De briefkaartenhandel was voordien overwegend in handen van joden, misschien een rot woord om te gebruiken, maar het was een echte „jodenhandel”. Toen de Duitsers in 1940 ons land bezetten was het snel gedaan met deze handel omdat de joden dit niet meer mochten doen en later afgevoerd werden. Inspelen op de marktsituatie kun je het noemen”.
In 1941 begonnen met het uitgeven van de briefkaarten, was dit geen moeilijke tijd, gezien de Duitse bezetting?
„Dit was inderdaad een heel moeilijke tijd. Ik werd voortdurend met argusogen gadegeslagen door de Duitsers als ik foto’s wilde maken. Daar komt nog bij dat ik maar heel weinig briefkaarten op de markt gebracht heb toen. Dit was een gevolg van de algehele schaarste die optrad naarmate de oorlog vorderde. Er was gebrek aan fotorolletjes, papier om de zaak af te drukken, noem maar op”.
Was het een en ander wel te combineren, met uw eigenlijke werk, grossier?
„Het was wel eens moeilijk om het te combineren, maar over het algemeen liep het wel. Als ik op pad ging om spullen rond te brengen gaf ik m’n ogen goed de kost en keek rond om foto’s te maken, een fototoestel had ik altijd bij me. Tevens nam ik dan bestellingen op van mensen die wel interesse hadden in de afname van kaarten. In 1969 brandde mijn grossierderij af, zodat ik me vanaf die tijd geheel richtte op het uitgeven van briefkaarten”.
Hoeveel kaarten heeft u inmiddels uitgegeven?
„Dat is moeilijk te zeggen, maar sinds het begin in ’41, schat ik dat het er inmiddels miljoenen zijn. Alleen al in Winschoten bedraagt het aantal uitgegeven kaarten op jaarbasis zo’n dertig
duizend stuks. Het leuke is dat je kaarten van mij door het hele land tegenkomt, op elke beurs zitten er wel een paar van mij bij. Ik schat dat landelijk gezien mijn kaarten 10 procent uitmaken van het hele briefkaartenbestand dat er op dit gebied is”.
Wie waren en zijn uw grootste afnemers?
„In de beginperiode vooral de boekhandelaren, nu zijn daar de winkeliers en souvenirshops bijgekomen”.
Hoelang bent u nog van plan om nog door te gaan met het uitgeven van briefkaarten?
„Ja, dat is moeilijk te zeggen, ik zou, hoewel ik het nog steeds leuk vind, best een opvolger willen hebben. Maar, die opvolger moet dan wel over de nodige contanten beschikken. Want let wel, dit vergt wel een investering van enige tonnen. Aan de andere kant is er best een goede boterham in te verdienen als je het op de juiste manier aanpakt. Bovendien moet deze mogelijke opvolger beschikken over een zeker talent op fotografisch gebied. Bepaalde foto’s die je maakt maak je vanuit de optiek van de opdrachtgever, je moet als het ware „in zijn vel kruipen”, en dat valt weleens niet mee”.
Ansichtkaarten serie van Winschoten (H. Wal)
Vrijdag 27 juni 1986
NIEUWE BURGEMEESTER JOOP POSTMA KENT OLDAMBT NOG
ALS OPBOUWWERKER
ALS OPBOUWWERKER
„Heiligerlee hoort bij Winschoten”
„Ik vind dat met name Heiligerlee zo tegen Winschoten aanligt en omdat de bevolking gebruik maakt van de voorzieningen van Winschoten, dat het in de rede zou liggen die plaats bij Winschoten te voegen.
„Ik vind dat met name Heiligerlee zo tegen Winschoten aanligt en omdat de bevolking gebruik maakt van de voorzieningen van Winschoten, dat het in de rede zou liggen die plaats bij Winschoten te voegen.
Ook voor Oude en Nieuwe Pekela is er sprake van een logische overgang naar Winschoten.
Datzelfde geldt voor Beerta en Finsterwolde. Maar ik moet er wel bijzeggen, dat ik me eerst
beter moet oriënteren voordat ik daar een definitieve uitspraak over wil doen”.
Drs. J.J. (Joop) Postma, gisteren benoemd tot de nieuwe burgemeester van Winschoten met ingang van 1 september, praat in de achtertuin van zijn Harderwijkse rijtjeswoning (,,dit huis moeten we nog verkopen”) over de aanstaande gemeentelijke herindeling. Uitspraken, die hem zeker niet op voorhand populair zullen maken bij de inwonen en bestuurders van de genoemde gemeenten.
Postma kreeg gistermiddag bij monde van mr. Th. de Jong, de kabinetchef van de commissaris van de koningin Vonhoff, telefonisch zijn benoeming te horen. Sprong hij toen een gat in de lucht? „Welnee”, zegt zijn vrouw, „we zijn geen kinderen”. „Ik was wél zeer verheugd”, stelt de 54-jarige aanstaande burgervader van Winschoten vast.
Toch is ook zijn vrouw Tjerkje zeer content met de benoeming. „Ik ben blij voor hem, omdat hij nu een vaste benoeming heeft”. Postma is nu waarnemend burgemeester in Zaltbommel. „Ik rij elke dag heen en weer, zo’n twee honderd kilometer per dag. En dat is niet niks”.
De heer en mevrouw Postma hebben allebei aan het eind van de jaren zestig in Oost-Groningen gewerkt. Mevrouw is verbonden geweest aan de huishoudschool in Vlagtwedde en werkte daarnaast mee aan het streekverbetering project Vlagtwedde-Essen.
Mevrouw Postma: „In die tijd ging ik wel eens bij Jan Beijering in Vlagtwedde kip met compote eten. Een compote waar je U tegen zei”.
Joop Postma werkte in die tijd bij het opbouwwerk in het Oldambt. „Ik ken de streek dus wel. Ik heb er ook nog wel kennissen. Zoals mijn vroegere kostjuffrouw Oosterveld in Beerta. Zij stuurt mij knipsels uit de krant op”.
Hoe het echtpaar elkaar heeft leren kennen? Nee, niet zoals Joop en Liesbeth den Uyl in een boekhandel. Mevrouw Postma: „We hebben elkaar ontmoet via het werk”.
WESPENNEST
Tien dagen geleden is Postma in Den Haag gekeurd door de Rijksgeneeskundige Dienst. „Toen wist ik dat ik hoog op de lijst stond”. Postma had twee sollicitaties in Oost-Groningen lopen. Winschoten en Vlagtwedde. De vertrouwenscommissies van beide gemeenten schoven hem naar voren als de belangrijkste kandidaat.
Postma: „Over beide plaatsen heb ik met minister De Korte van binnenlandse zaken gesproken. Bij Vlagtwedde viel toen nog de term „wespennest”. Ik had voor geen van de plaatsen een uitgesproken voorkeur. Ik heb heel doelgericht gesolliciteerd. Wij wilden graag naar Oost-Groningen. Dat is het geworden. En daar ben ik heel blij om”.
GEEN REGENT
Volgens mevrouw Postma is haar man een echte bestuurder. „Nee, geen regent van de oude stempel, maar iemand die iets wil weten van de samenleving, die geïnteresseerd is in mensen, in landelijke en buitenlandse politiek. In Zaltbommel zeggen ze: hij is een echte burgervader”.
En zo oogt Joop Postma ook. Een grijze, vriendelijke man, die het politiek formuleren uitstekend beheerst: Over de Streekraad: „Werken in een streekraad is per definitie werken vanuit een dualistische positie. Soms is de onderlinge na-ijver zo groot dat het moeilijk is een eensluidend standpunt in te nemen”. Op de vraag of hij daar niet kotsmisselijk van wordt antwoordt hij slechts met: „Zou het?” Ondanks de glimlach op zijn gezicht valt hem hierover verder niets te ontlokken.
Dat is hem wel over zijn voornemens. „Winschoten is van oudsher een handels- en industriestadje. Ik ben van plan om meer bedrijven naar Winschoten te halen. Ik denk dat te doen door onder meer heel goed het Financieel Dagblad te lezen en te analyseren welke binnen- en buitenlandse bedrijven willen uitbreiden of zich willen vestigen. Daar moet je actief mee bezig zijn. Nee, ik heb geen relaties in Den Haag die me daarbij ten dienste kunnen zijn. Noch beschik ik over een laatje met bedrijven die ik nu al op het oog heb. Maar in overleg met het college wil ik daarin een beleid ontwikkelen. Daarbij ga ik er wel vanuit dat economische zaken in mijn portefeuille zit”.
PVDA
Postma is sinds 1952 lid van de PvdA. Ook was hij lid van de fameuze AJC. Hij heeft geen uitgesproken mening over waar hij binnen de Pvda politiek staat. „Dat is afhankelijk van het onderwerp. Misschien is mijn standpunt het beste te omschrijven met „consistent genuanceerd”. Wel beschouwt hij zich meer een vertegenwoordiger van de richting Wim Kok dan van Den Uyl. „Het zakelijk-rationele van Wim Kok spreekt mij erg aan. En dat gecombineerd met maatschappelijke bewogenheid”.
Zijn vrouw is geen lid van de partij. Enigszins weifelend komt er uit dat zij wel PvdA stemt. Als wij uit die weifeling concluderen, dat zij ook wel eens anders stemt, zegt haar man resoluut: „Nee hoor, altijd Partij van de Arbeid”.
Via actiegroep in politiek
Drs. J.J. (Joop) Postma, de nieuwe burgemeester van Winschoten, werd op 3 april 1932 in Leeuwarden geboren. Hij is getrouwd en heeft twee dochters. Jelleen, 22, is in het Sint Lucasziekenhuis geboren. Zij werkt thans in een hotel in Amsterdam. Jongste dochter Lizalyk, 17, zit op de mavo in Amersfoort.
Na de lagere school volgde Joop Postma de HBS en de Sociale Academie. Daarna studeerde hij sociaal-pedagogiek aan de rijksuniversiteit van Groningen.
Na zijn studie werkte hij onder meer als consulent maatschappelijke aangelegenheden in Oost-Groningen, was hij docent hoger sociaal-pedagogisch beroeps- onderwijs en wetenschappelijk hoofdmede-werker aan de rijksuniversiteit in Utrecht.
Na zijn studie werkte hij onder meer als consulent maatschappelijke aangelegenheden in Oost-Groningen, was hij docent hoger sociaal-pedagogisch beroeps- onderwijs en wetenschappelijk hoofdmede-werker aan de rijksuniversiteit in Utrecht.
Via een actiegroep in Harderwijk raakte hij in de politiek. Werd wethouder in Harderwijk en later gedeputeerde in de provinciale staten van Gelderland. In zijn portefeuille had hij financiën en cultuur.
Burgemeesterservaring deed Postma op in Lochem. Daar was hij 2,5 jaar waarnemend burgemeester. Sinds april 1985 bekleedt hij dezelfde functie in Zaltbommel.
Postma heeft verschillende bestuursfuncties vervuld op cultureel en sociaal gebied. Zo is hij onder meer acht jaar voorzitter geweest van het Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum in Den Haag. Hij maakt nog deel uit van het Teleac-bestuur en is vicevoorzitter van de Stichting Burgeroorloggetroffenen.
Mevrouw Postma is freelance verbonden aan de universiteit van Nijmegen. Voor het Instituut voor toegepaste sociologie doet zij onderzoek in het noordwestelijk gebied van de Veluwe.
De heer Postma is lid van de Nederlands Hervormde kerk. Zijn vrouw is lid van de Doopsgezinde Gemeente.
Zaterdag 28 juni 1986
„LAAT HIJ MAAR KLEIN BEGINNEN”
Irritatie na uitlatingen van Postma
„Zo, hoort Heiligerlee volgens die nieuwe burgemeester bij Winschoten? Nou, zo ken ik er nog wel een paar. We zullen binnenkort wel eens nader kennis met hem maken”. Aldus reageert wethouder P. Drenth van Scheemda op de uitlating van de kersverse nieuwe burgemeester van Winschoten, drs.J.J. Postma.
Postma verklaarde gisteren in een interview met deze krant dat Heiligerlee naar zijn idee bij Winschoten hoort, omdat de inwoners veel gebruik maken van de voorzieningen in de Molenstad.
Ook in de gemeenten Oude en Nieuwe Pekela, Finsterwolde en Beerta, waarvoor Postma een „logische overgang” naar Winschoten ziet, wordt met enige ontsteltenis op de ideeën van Winschotens nieuwe eerste man gereageerd.
Ik zal hem van harte welkom heten, maar we hebben in deze streek wel een coöperatieve man nodig en niet iemand die meteen begint met dit en dat hoort bij Winschoten”. Wethouder Drenth is overigens niet ondersteboven van Postma’s uitlatingen „Dit krijg je wel vaker bij mensen die zonder kennis van zaken spreken. Heiligerlee blijft gewoon bij Scheemda” aldus de wethouder.
Een logische overgang? Ik ken wel meer logische zaken die toch niet zo logisch zijn als ze misschien lijken” zegt burgemeester A.E.J. Smidt van Oude Pekela. Smidt hecht „geen enkele waarde” aan de woorden van zijn nieuwe collega. „Ten eerste is die hele herindeling een gepasseerd station en ten tweede lijkt het me verstandiger om je eerst goed op de hoogte te stellen en daarna pas uitspraken te doen”. Wethouder C.H. Vredeveld van Nieuwe Pekela: „Laat hij maar klein beginnen en zich eerst met Winschoten zelf gaan bezighouden. Nee, ik word helemaal niet zenuwachtig van zijn uitspraken”.
HOGE HEREN
Een korzelige wethouder A. Greven van Finsterwolde: „Er zijn wel vaker hoge heren geweest die rare uitspraken gedaan hebben, dat is niks nieuws. Als Winschoten uit wil breiden, dan zal ze de lucht in moeten. Annexatie is natuurlijk uitgesloten”. Wat Greven betreft valt er met Finsterwolde goed te overleggen in de Streekraad, maar verder niet.
Wethouder F. Danhuis van Beerta tenslotte: Het lijkt me goed dat hij zich eerst nader oriënteert, daarna ben ik benieuwd naar zijn mening. Het standpunt van Beerta is bekend”.
TEVREDENHEID
In Winschoten zelf overheerst tevredenheid over de benoeming van Postma, waarmee de minister de wens van de vertrouwenscommissie van de gemeenteraad heeft gehonoreerd. ,,Een prima benoeming. Buitengewoon goed voor Winschoten” aldus Joop Flokstra, voorman van Winschoter Belangen. „Afgezien van het sollicitatiegesprek kende ik Postma al van vroeger. Het is geen jonge man – hoe oud is hij ook alweer?- maar ik heb alle vertrouwen in hem”.
Welke portefeuilles de nieuwe burgemeester zal gaan beheren, moet in de komende tijd in het college worden uitgemaakt. Loco burgemeester Henk Stuut voorzien geen problemen. „Wil Postma een behoorlijke portefeuille? Nou dat kan. Ik geef graag wat weg. Ik heb nu toch alles. En het is goed als er eens fris bloed in komt”.